WHIST
Spelregels
Het spel Whist werd voor het eerst gespeeld in Londen in 1728 en is vandaag de dag nog steeds een bekend Brits spel, dat vele variaties kent. Het spel wordt vooral in Engeland en Denemarken gespeeld.
Instelling
De kaarten zijn als volgt gerangschikt (van hoog naar laag): Aas, Koning, Koningin, Boer, 10-2.
De speler links van de dealer schudt de kaarten en de speler rechts van de dealer snijdt het kaartspel. De dealer heeft echter de bevoegdheid om als laatste te schudden.
Daarna geeft de dealer elke speler 13 kaarten. De kaarten worden één voor één en blind gedeeld. De laatste kaart, die van de dealer, is de troefkaart.
De troefkaart:
De kleur van de troefkaart wordt de troefkleur. Kaarten van deze kleur kunnen kaarten van andere kleuren in een slag overtroeven. Een slag is een hand, waarbij de kaarten die in een slag worden gespeeld de kleur van de lead card of de eerst gespeelde kaart proberen te volgen. De hoogst genoteerde kaart wint de slag, dus een hoog genoteerde troefkaart kan elke slag winnen.
Het spel gebruikt traditioneel twee decks. Bij elke deal schudt de partner van de dealer het tweede kaartspel en legt het aan de rechterkant. De volgende dealer hoeft dan alleen het kaartspel op te pakken en te laten snijden door de speler rechts van hem.
Spelregels
De speler links van de deler leidt de eerste slag. Hij mag om het even welke kaart kiezen om mee te beginnen. Het spel gaat met de klok mee. Elke speler speelt precies één kaart per slag en probeert daarbij de kleur van de leidende kaart te volgen. Als de kleur niet kan worden gevolgd, mogen ze om het even welke kaart spelen. De slag wordt gewonnen door de hoogste troefkaart te spelen, of als er geen troeven zijn gespeeld, de hoogste kaart van de gekozen kleur. De speler die een slag wint, leidt de volgende slag.
Scoren
Nadat de 13 slagen zijn gespeeld, krijgt het team dat de meeste slagen heeft gewonnen 1 punt per gewonnen slag, boven de zes.
Einde van de spel
Het spel eindigt wanneer een team in totaal 5 punten heeft behaald.