OGOREK/CUCUMBER
Spelregels
Cucumber is een Noord-Europees kaartspel van Zweedse oorsprong voor twee of meer spelers. Tegenwoordig wordt het spel in verschillende nationale varianten onder verschillende namen gespeeld: als Agurk in Denemarken, Gurka in Noorwegen en Zweden, Ogórek in Polen, Kurkku en Mätäpesä in Finland en Gúrka in IJsland.
Instelling
De Aas is de hoogste, de Deuce de laagste kaart. De kleuren zijn irrelevant. Er wordt met de klok mee gespeeld. Elke speler krijgt zeven kaarten en de resterende kaarten worden opzij gelegd.
Spelregels
De Deense basisregels zijn als volgt:
Forehand leidt tot de eerste slag en iedereen moet de slag leiden als hij dat kan, wat hij kan doen door een kaart van een hogere of gelijke rang te spelen. Een speler die de slag niet kan winnen, speelt de laagste kaart die hij bezit. De speler die de hoogste kaart heeft gespeeld, maakt de slag en leidt naar de volgende slag.
In de laatste slag krijgt de speler die de slag neemt door de hoogste kaart te spelen, strafpunten ter waarde van die kaart, waarbij de cijfers hun nominale waarde aangeven, en de hoven als volgt: Boer 11, Vrouw 12, Koning, 13 en Aas 14. Als twee of meer spelers bij de laatste slag de hoogste kaart spelen, krijgen zij elk de verschuldigde strafpunten.
Azen hebben een speciale rol. Als een Aas wordt geleid, moet de laagste kaart worden gespeeld, zelfs door spelers die zelf een Aas hebben.
Zodra een speler 30 punten of meer heeft verzameld, ligt hij uit het spel. De winnaar is de speler die als laatste overblijft.
Een komkommer kan worden getrokken om aan te geven dat een speler is uitgevallen.
Scoren
Volgens Parlett, als het spel voor een harde score wordt gespeeld, zet elke speler een inzet in op de pot. Een speler die 'cucumbered' is (d.w.z. 30 bereikt, niet overschrijdt, en uitvalt), kan zich weer inkopen door een inzet te betalen, maar begint met een score gelijk aan die van de speler met het hoogste aantal strafpunten. Een speler kan dit slechts eenmaal doen en alleen als er nog minstens 3 andere spelers meedoen. De laatste speler die meedoet veegt de pot.
Variaties
De volgende variaties kunnen worden gespeeld:
- De slag leiden: de spelers mogen de slag leiden of hun laagste kaart spelen, behalve wanneer een aas wordt gespeeld, dan moet altijd de laagste kaart worden gespeeld.
- Kaarten: de deler kiest hoeveel kaarten aan elke speler worden uitgedeeld, maar ze moeten elk dezelfde en minstens 3 kaarten krijgen.
- Punten: de eerste speler die 21 punten bereikt, is 'komkommer' en verliest het spel.
- Azen: de Aas heeft geen speciale rol. Als een Aas wordt geleid, kan hij worden verslagen door een andere Aas, behalve in de laatste slag.